donderdag 5 januari 2017

Kamer 619

Dat seizoen begeleidde ik zeven aaneengesloten drieweekse rondreizen. Een goed begin is het halve werk en dus zorgde ik er bij de aankomst van een nieuwe groep altijd voor dat de zaken goed geregeld waren. De namenlijst was altijd al in mijn bezit, deze had de touroperator uit Nederland gefaxt, in vakjargon heette dit de PAX-lijst en behalve de namen waren ook de paspoortnummers en geboortedata al bekend. De reis die ik begeleidde kende geen éénpersoonskamertoeslag. De meeste reizigers waren met zijn tweeën, een enkele keer reisden mensen ook alleen en die werden dan bij elkaar ingedeeld; mannen bij mannen en vrouwen bij vrouwen.

Ik was die ochtend al op de luchthaven geweest om de vorige groep uitgeleide te doen en voor dat ik weer naar de luchthaven zou gaan, ging ik langs de hotelreceptie om de nieuwe groep alvast in te checken. Het was een makkie dit keer, zag ik toen ik een blik op de PAX-lijst wierp. 24 klanten en 12 tweetallen, dus een kamerindeling was zo gemaakt.  
Twee mensen vielen mij op, het waren Jos en Bernadette, ze waren een stuk jonger dan de rest.

In dit hotel was geen kamer hetzelfde, er zaten grote en kleine kamers tussen, sommige kamers hadden Nijlzicht terwijl de kamers aan de achterkant uitkeken op een vuilnisbelt. De receptionist gaf mij 12 kamernummers en ook gelijk de sleutels die ik in de bus uit zou delen. Daar zat kamer 619 ook tussen. Ik sliep hier zelf vaak, het was een kleine kamer met een twijfelaar, maar met een prachtig balkon en uitzicht op de rivier. Nu logeerde ik al op een andere kamer en omdat de nieuwe groep al na één nacht uit Cairo zou vertrekken bleef ik op de kamer waar ik zat.



Tijdens de busreis van de luchthaven naar het hotel vertelde ik honderduit over Egypte, gaf ik praktische informatie over de reis en legde ik uit dat we anders dan in de brochure stond al na één dag de stad zouden verlaten, maar er aan het eind nog vier nachten zouden zijn. Ik deelde  de sleutels uit en liet weten dat het morgen weer vroeg dag was voor het vertrek naar de volgende bestemming.

Dat was in El Fayoum, daar hadden we een heerlijk hotel en ook hier zouden we één nacht verblijven alvorens verder zuidwaarts te gaan. Er was één kamer met een tweepersoonsbed en die gaf ik aan Jos en Bernadette.

Het zwembad was verfrissend, de zonsondergang was prachtig en het eten uit de kunst.

Die avond kwam Bernadette naar mij toe. “Zeg, ik geloof dat jij denkt dat wij bij elkaar horen, maar wij kennen elkaar helemaal niet, we hebben elkaar in het vliegtuig voor het eerst gezien.”

Ik ging door de grond, bood mijn verontschuldigen aan, vroeg of ze van kamer wilden wisselen of twee éénpersoonskamers wilden hebben. “Nou, dat is nu ook weer niet nodig, maar wel fijn als we in het volgende hotel een ruime kamer met twee bedden krijgen”.

Zo gezegd, zo gedaan. We vervolgden de reis, ik organiseerde veel voor de groep, maar er was ook de nodige vrije tijd en ik zag Jos en Bernadette continu samen. Toen we na zo'n tweeënhalve week Cairo weer naderden kwamen Jos en Bernadette gezamenlijk naar me toe. Ze hadden het toch wel erg gezellig samen en hadden er geen bezwaar tegen als ze weer op kamer 619 werden ingedeeld. 

Bij aankomst bleek het hotel zoals altijd behoorlijk volgeboekt te zijn en kamer 619 was al bezet. Maar ik hoefde bij de receptionist niet eens zo veel moeite te doen om Jos en Bernadette voor vier nachten in de bruidssuite te boeken.


Toen ik de groep had teruggebracht naar de luchthaven en ik de aankomst van de nieuwe groep ging voorbereiden zag ik de oude PAX-lijst tussen mijn papieren. Het faxpapier was inmiddels wat  vervaagd, maar toen ik goed keek zag ik dat ze op die lijst geen tweetal waren. Tussen de namen van Jos en Bernadette bevond zich een witregel.


Dit verhaal is het tweede uit een serie over mijn tijd als reisleider in Egypte. Ik heb veel verhaaltjes in mijn hoofd zitten en heb er plezier in deze herinneringen op te schrijven. Eerder schreef ik 4000 Amerikaanse Dollars.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten